Dit staat te lezen in een wettekst van 18 april 2024 van minister van Justitie Van Tigchelt en staatssecretaris voor Asiel en Migratie de Moor dat het wettelijk kader creëert. Deze bepalingen treden in werking op de dag van publicatie, op 29 april 2024. De andere bepalingen uit deze wet treden pas later in werking, op 1 mei 2025.
Art. 81/1. [ ... ]
§ 3. De Koning wijst vijf ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken aan die bekleed worden met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings. Het aantal van vijf kan door de Koning worden verhoogd of verlaagd na advies van het College van procureurs-generaal.
Om, met toepassing van het eerste lid, te worden bekleed met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, voldoen de ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken aan de volgende voorwaarden:
1° minstens de graad van attaché hebben;
2° een beroepservaring van ten minste vijf jaar, inzake het identificeren van illegaal verblijvende vreemdelingen, kunnen aantonen en de in het derde lid bedoelde opleiding gevolgd hebben;
3° geen politiek mandaat bekleden;
4° niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een correctionele of criminele straf bestaande uit een boete, een werkstraf of een gevangenisstraf, behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de regelgeving betreffende de politie over het wegverkeer;
5° in het bezit zijn van een geldig positief veiligheidsadvies conform de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst.
De Koning bepaalt de voorwaarden betreffende de ervaring en de opleiding van deze ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken.
Om hun bevoegdheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, te kunnen uitoefenen, leggen de in het eerste lid bedoelde ambtenaren, in handen van de procureur-generaal te Brussel, de eed af in de volgende bewoordingen: "Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk en het mij opgedragen ambt trouw waar te nemen."
[... ]
Als de politie verdachten van criminele feiten arresteert die illegaal in het land verblijven, gebeurt het in zowat 8 op de 10 gevallen dat zij geen bewijs kunnen voorleggen van hun identiteit. Vaak gebruikt men verschillende aliassen en valse identiteitsdocumenten. Sommigen geven een andere nationaliteit op dan ze in werkelijkheid hebben en verlenen geen medewerking om hun ware identiteit te bepalen. Het is nochtans belangrijk dat van bij de start van een onderzoek zowel justitie, politie en Dienst Vreemdelingenzaken de ware identiteit van een persoon kennen. Dit is niet enkel nuttig voor het onderzoek en vervolging, maar het is ook cruciaal voor de overbrenging van mensen zonder verblijfsrecht naar het land van herkomst. Zonder bewezen identiteit worden zij immers niet teruggenomen.
Politiediensten en Justitie focussen zich voornamelijk op het verzamelen van bewijs van gepleegde misdrijven om de verdachten te vervolgen. Mensen die illegaal in het land verblijven worden geregeld onder meerdere gekende aliassen voor de rechtbank gedaagd. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) is evenwel het best geplaatst om uitsluitsel te geven over de precieze identiteit. DVZ beschikt immers over de nodige ervaring en expertise met betrekking tot het interpreteren van buitenlandse identiteitsdocumenten. Daarnaast is DVZ veelal in het bezit van het persoonlijk dossier van de persoon in kwestie, waarin reeds veel informatie beschikbaar is. Het inschakelen van DVZ voor identificatie van verdachten in strafonderzoeken zou de efficiëntie van zowel het onderzoek, de vervolging als finaal de uitwijzing naar land van herkomst sterk ten goede kunnen komen.
Daarom werkten minister van Justitie Paul Van Tigchelt en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor aan een gezamenlijke wet om vijf ambtenaren van Dienst Vreemdelingenzaken te kunnen benoemen tot Officier van de Gerechtelijke Politie. Hierdoor krijgen zij de machtiging om smartphones en andere persoonlijke apparatuur zoals laptops of tablets uit te lezen op zoek naar gegevens over hun identiteit, met behulp van gespecialiseerde software. Vaak komt het voor dat foto’s van identiteitsdocumenten opgeslagen zijn op een smartphone of dat er bijvoorbeeld contact is geweest met familieleden in het thuisland. Zo wordt ook sneller duidelijk of iemand al dan niet een valse naam of identiteit aanmeet.