Misschien is het u ook al opgevallen bij het binnenkrijgen van vertalingen van buitenlandse documenten: de handtekening van de vertaler is niet gelegaliseerd door de bevoegde rechtbank van eerste aanleg, maar door de Federale Overheidsdienst Justitie in Brussel.
De dienst nationale registers voor gerechtsdeskundigen en beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken van de FOD Justitie legt uit.
Op 29 juni 2019 is nieuwe wetgeving betreffende het nationale register van gerechtsdeskundigen en beëdigde vertalers, tolken en vertalers/tolken in werking getreden.
Deze nieuwe bepalingen zijn opgenomen in een nieuw hoofdstuk van het Gerechtelijk Wetboek, boek V, getiteld "Gerechtelijke deskundigen en beëdigde vertalers, tolken en vertalers", waarin de artikelen 555/6 tot en met 555/16 van het Hof van Justitie zijn opgenomen.
Zij hadden een indirecte invloed op de legalisatieprocedure.
Tot de inwerkingtreding van deze nieuwe regels werden beëdigde vertalers, tolken en vertalers-tolken over het algemeen geaccrediteerd bij een rechtbank en om hun vertalingen te laten legaliseren, deponeerden vertalers en vertalers-tolken hun handtekening op de griffie van de rechtbank waar ze hun eed hadden afgelegd. Deze rechtbank was dus uitsluitend bevoegd om hun documenten te legaliseren.
Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe wet moeten vertalers, tolken en vertalers-tolken de eed afleggen in de handen van de eerste voorzitter van het hof van beroep van hun woonplaats. Bij deze gelegenheid deponeren zij het specimen van hun handtekening bij deze voorzitter, die die handtekening doorstuurt naar de dienst van het nationaal register van gerechtsdeskundigen en beëdigde vertalers, tolken en vertalers-tolken.
Deze eed geldt nu voor alle rechtbanken in het land. Dit betekent dat een beëdigd vertaler of tolk nu in theorie zijn of haar handtekening kan laten legaliseren in elke rechtbank in het land.
Bijgevolg blijven de registers van de rechtbanken van eerste aanleg en van de hoven van beroep bevoegd om deze legalisaties uit te voeren, en dit minstens tot begin 2021.
Alleen personen die de eed hebben afgelegd in de handen van de eerste voorzitter van het hof van beroep van hun woonplaats kunnen de titel van beëdigd vertaler, tolk of vertaler/tolk dragen en worden ingeschreven in het nationale register van beëdigde vertalers, tolken en vertalers/tolken. Zij zijn niet langer verplicht om het eedformulier aan te brengen op de documenten die zij vertalen.
De wet staat onder bepaalde voorwaarden toe dat vertalers en vertalers-tolken die niet zijn geregistreerd in het Nationaal Register van Gerechtelijke Deskundigen en beëdigde vertalers, tolken en vertalers-tolken "buiten-register"-vertalingsopdrachten aanvaarden. In dergelijke gevallen mogen de betrokken vertalers en tolken de titel van vertaler of tolk alleen gebruiken om de gevraagde vertaling uit te voeren en moeten zij de eedaflegging aan het einde van hun vertaling aanbrengen. Nieuw is dat de legalisatie van die vertalingen verzorgd wordt door de dienst Nationaal Register, via een schriftelijke procedure.
Rechtbankregisters zoals het Nationaal Register van gerechtsdeskundigen en beëdigde vertalers, tolken en vertalers/tolken valideren alleen de handtekeningen van de vertalers en certificeren daarmee dat zij bevoegd zijn om de vertaling uit te voeren.
De legalisatiedienst van de FOD Justitie legaliseert de handtekeningen van magistraten op de documenten die het voorwerp uitmaken van de vertaling. Deze legalisatie wordt alleen uitgevoerd voor documenten die in België worden geproduceerd en die worden vertaald om naar het buitenland te worden verzonden.
Begin 2021 zou een vernieuwde procedure inzake legalisatie van kracht moeten worden, in het bijzonder voor legalisaties voor België, niet voor het buitenland. Update: de rechtbanken staan niet langer in voor legalisaties. Meer informatie kan u hier lezen.