Sinds de inwerkingtreding van de Transgenderwet op 1 januari 2018 is het niet langer nodig om medische attesten voor te leggen of een medische ingreep ondergaan te hebben om officieel van geslacht te wijzigen. Een loutere aangifte, met twee verschijning voor de ambtenaar van de burgerlijke stand, volstaat.
Uit een recent rapport van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen blijkt dat het afgelopen jaar 414 personen gebruik gemaakt hebben van de mogelijkheid om de registratie van het geslacht aan te passen. In 2018 werd een piek vastgesteld van 742 aanvragen, veroorzaakt door de nieuwe wetgeving en het wegvallen van de medische criteria. In 2019 en 2020 stabiliseerde het cijfer rond de 400 à 500 wijzigingen.
De meeste aangiftes gebeurden in 2020 in Vlaanderen (63%). Transmannen vragen gemiddeld vroeger (op 27 jaar) een wijziging aan dan transvrouwen (op 37 jaar).
In 2019 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de Transgenderwet deels ongrondwettelijk is. De uitspraak wijzigde evenwel niks aan de werking aan het loket, en legde vooral de bal in het kamp van de wetgever, om de leemtes in de wet weg te werken. Het is dus uitkijken naar een aanpassing van de Belgische Transgenderwet, die volgens het Hof momenteel geen rekening houdt met personen die een niet-binaire genderidentiteit hebben, noch met personen met een fluïde genderidentiteit.
Meer informatie over de procedure kan u terugvinden in het ‘Dossier transgenders’ op OranjeConnect.