Een nieuwe stap in de herziening van de wetgeving betreffende het verblijfsstatuut van onderdanen van derde landen die met het oog op studie in België wensen te verblijven: het KB van 13 oktober 2021 verduidelijkt de verschillende procedures met betrekking tot het verblijfsstatuut van de studenten.
KB van 13 oktober 2021
Het KB van 13 oktober 2021, gepubliceerd op 19 oktober en onmiddellijk in werking getreden, voorziet in een gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn (EU) 2016/801 van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten én voert de artikelen 61/1/9 tot 61/1/15 van de Verblijfswet van 15 december 1980 uit. (zie eerder nieuwsbericht).
Dit KB vervangt volledig het ‘hoofdstuk IV Studenten’ van Titel II van het KB van 8 oktober 1981 (de artikelen 99 tem 104/6), wijzigt 5 bijlagen (bijlagen 15, 29, 33 en 33bis) en voegt 2 nieuwe bijlagen in (bijlage 33ter en 33quater).
Enkele nieuwigheden
Wat de nieuwe aanvragen betreft (dus studenten die voor het eerst een aanvraag indienen om met het oog op studie in België te verblijven), verandert er voorlopig niks. De huidige praktijk blijft behouden. Voor nieuwe aanvragen treden de bepalingen pas in werking vanaf volgend academiejaar 2022-2023.
Voor verlenging is het nieuwe artikel 61/1/2 nu van toepassing. Ook nieuw is dat wanneer de verlengingsaanvraag van de student volledig is, de gemeente een ontvangstbewijs moet afleveren (nieuwe bijlage 33ter).
De vernieuwde bijlage 33 wordt uitgebreid en geldt niet enkel voor grensstudenten, maar ook voor mobiliteitsstudenten.
Bijlage 33ter moet worden afgeven als de aanvraag tijdig en volledig. Bijlage 29 wordt afgeleverd bij onontvankelijkheid van de aanvraag.
Lees alles in detail na in de nota van de Dienst Vreemdelingenzaken.