Begin deze maand is in de Kamercommissie Justitie de bespreking gestart van het wetsvoorstel tot invoering van de mogelijkheid van een vaststelling van de echtscheiding door onherstelbare ontwrichting door de ambtenaar van burgerlijke stand.
Dit wetsvoorstel, ingediend in augustus 2020, heeft de bedoeling de echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting mogelijk te maken door een verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Op die manier kan de familierechtbank worden ontlast.
De onherstelbare ontwrichting (omschreven in art. 229 Burgerlijk Wetboek) wordt namelijk in vele gevallen aangetoond door het niet meer samenwonen gedurende lange tijd. De familierechter heeft op basis van de voorgelegde attesten van woonst geen beoordelingsbevoegdheid, en dus gaat het volgens de indiener van het wetsvoorstel om een overbodige procedure die de familierechtbank verhindert tijd te besteden aan andere zaken die wel een beoordeling behoeven.
Het voorstel van wet voorziet dat wanneer de feitelijke scheiding blijkt uit het op verschillende adressen inschreven zijn, de echtgenoten (of één van de echtgenoten) bij de ambtenaar van de burgerlijke stand een schriftelijke verklaring kunnen indienen met de vermelding van de wil om het huwelijk te beëindigen. In geval de beëindiging eenzijdig gebeurt, betekent de ambtenaar van de burgerlijke stand deze via gerechtsdeurwaardersexploot. De akte van echtscheiding zal volgens dit voorstel eveneens door de ambtenaar van de burgerlijke stand worden opgemaakt.
De redactie van OranjeConnect volgt dit uiteraard verder op. Mocht het voorstel erdoor komen, is in ieder geval bepaald dat de wet in werking zou treden drie maanden na de publicatie ervan, om de diensten burgerlijke stand voldoende voorbereidingstijd te geven. Het moet meegegeven worden dat de Raad van State alvast in een advies oordeelde dat het voorstel substantieel moet worden herzien om technisch-juridische redenen.
