Ministeriële omzendbrief beschermt de fysieke integriteit van Oekraïense vluchtelingen
De ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, samen met de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, hebben op 18 maart 2022 een omzendbrief uitgevaardigd betreffende de controle van de kandidaat-huisvesters van personen die vluchten voor het gewapend conflict in Oekraïne.
Heel wat burgers hebben zich kandidaat gesteld om personen gevlucht uit Oekraïne bij hen thuis op te vangen, of vangen reeds personen op. De overheid heeft daarbij als taak de strikt noodzakelijke maatregelen te treffen om maximaal te voorkomen dat deze personen, die zich een kwetsbare positie bevinden, in het kader van huisvesting bij particulieren zouden worden geconfronteerd met situaties die manifest gevaarlijk zijn voor hun fysieke integriteit.
Dergelijke situaties kunnen objectief worden vastgesteld wanneer de kandidaat-huisvesters of de personen die wettelijk onder hun dak verblijven, definitief veroordeeld zijn geweest wegens ernstige nog niet uitgewiste wanbedrijven of misdaden.
Controle van het strafregister van de kandidaat-huisvester moet dit garanderen
Als richtlijn aan de lokale besturen wordt daarom opgelegd dat kandidaat-huisvesters een uittreksel uit het strafregister, model 595, moeten voorleggen, ofwel de “door de burgemeester aangewezen persoon” moeten machtigen om het model 595 rechtstreeks te raadplegen. Deze verplichting geldt voor elke meerderjarige die op het attest van gezinssamenstelling van het kandidaat-gastgezin wordt vermeld.
Bij gebrek aan de bezorging van een uittreksel of aan een machtiging om het uittreksel uit het strafregister te consulteren, zal de kandidatuur niet in aanmerking worden genomen.
Blijkt het model 595 niet blanco te zijn, dan geven enkel de definitieve veroordelingen met betrekking tot de artikelen 322 t.e.m. 331bis, 347bis, 361 t.e.m. 363, 371/1 t.e.m. 389, 391quater t.e.m. 442quater en 454 t.e.m. 457 van het Strafwetboek aanleiding tot het weigeren van de kandidatuur.
De kandidaat-huisvester moet op de hoogte worden gebracht van het feit dat zijn kandidatuur niet in aanmerking wordt genomen.
Retroactieve werking
De omzendbrief bepaalt verder dat de “door de burgemeester aangewezen persoon” contact moet opnemen met de personen die op de datum van de omzendbrief hun kandidatuur reeds hadden ingediend, en, in voorkomend geval, reeds personen op de vlucht huisvesten, om de uittreksels uit het strafregister te verkrijgen, dan wel de uitdrukkelijke machtiging te bekomen.
Van personen die weigeren een uittreksel te bezorgen of machtiging te verlenen wordt de kandidatuur niet langer in aanmerking genomen. Hetzelfde geldt voor personen die blijken veroordeeld te zijn voor minstens één van hierboven vernoemde feiten.
Indien de personen op de vlucht reeds bij de betrokkenen zijn gehuisvest, zal de gemeente een alternatieve huisvestingsoplossing moeten aanbieden.