Het ministerieel besluit van 15 maart 2013 dat de tarieven vastlegt van alle elektronische identiteit- en vreemdelingenkaarten werd gewijzigd door het ministerieel besluit van 17 december 2021.
Dit besluit voegt de nieuwe verblijfsdocumenten voor de begunstigden van het terugtrekkingsakkoord n.a.v. de Brexit toe aan de bestaande lijst van tarieven.
Het gaat om de toevoeging van:
- de kaart voor klein grensverkeer voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord (bijlage 55 van het verblijfsbesluit);
- de verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord (bijlage 53 van het verblijfsbesluit);
- de duurzame verblijfskaart voor begunstigden van het terugtrekkingsakkoord (bijlage 54 van het verblijfsbesluit).
Verder werd als gevolg van deze wijziging een omzendbrief van 7 januari 2022 van de FOD Binnenlandse Zaken gepubliceerd met de nieuwe tarieven ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten- en documenten. Deze omzendbrief bevat een tabel met de verschillende kaarttypes en de overeenkomstige tarieven. Er is een prijsverlaging voorzien van 17,20 euro naar 16,70 euro voor de F, F+, M, en N-kaarten voor vreemdelingen (en dat overeenkomstig het ministerieel besluit van 15 maart 2013). Deze prijs is gelijkgesteld met de prijs van de eID-kaarten, en dat vanaf 1 januari 2022.
Hieronder een overzicht:
A-kaart (beperkt verblijf): 17,20 euro
B-kaart (onbeperkt verblijf): 17,20 euro
H-kaart (blauwe Europese kaart): 17,20 euro
K-kaart (gevestigde vreemdeling): 17,20 euro
L-kaart (EU – langdurig ingezetene): 17,20 euro
EU-kaart: 16,70 euro
EU+-kaart: 16,70 euro
F-kaart (EU-familielid): 16,70 euro
F+-kaart (EU-familielid): 16,70 euro
N-kaart (Brexit – klein grensverkeer): 16,70 euro
M-kaart (Brexit – verblijf): 16,70 euro
M-kaart (Brexit – duurzaam verblijf): 16,70 euro